Lost Boys
Valentino Achak Deng behoort tot de zogenaamde Lost Boys, een naam die gegeven werd door helpers uit de vluchtelingenkampen.
De naam ‘Lost Boys’ verwijst naar de reisgenoten uit het verhaal van Peter Pan.
Deze ‘verloren of verdwenen jongens’ van de Nuer en de Dinka-volkeren ontvluchtten tijdens de Tweede Burgeroorlog (1987–2005) in grote groepen te voet hun land.
Met 20.000 in totaal legden ze een onmenselijke tocht van 1.500 km af. De meisjes trokken in aparte groepen op de vlucht en vielen regelmatig in handen van verkrachters en mensenhandelaars. De kinderen hadden geen bezittingen bij en leefden van het weinige voedsel dat ze kregen in dorpen waar ze passeerden.
Onderweg lag er overal gevaar op de loer: soldaten, rebellen, hongersnood, ziekten, wilde beesten …SPLA-soldaten (Sudan People’s Liberation Army – het rebellenleger) rekruteerden regelmatig kleine jongens als kindsoldaten. Elke Lost Boys-groep werd geleid door de oudste jongen. Meer dan de helft van hen stierf op deze tocht.
De kinderen die de tocht overleefden, werden opgevangen in een vluchtelingenkamp in Ethiopië. Wanneer ook daar conflicten opdoken, moesten ze opnieuw vluchten. Deze keer richting Kenia, waar ze jarenlang verbleven in een vluchtelingenkamp in Kakuma. De kampen hadden de grootste moeite om de bijna onophoudelijke toestroom van Lost Boys bij te houden. Deze kinderen hadden niet alleen nood aan voedsel en verzorging, maar ook aan opvoeding. Tussen 1992 en 1996 kon UNICEF ongeveer 1.200 kinderen terug met hun ouders herenigen. Vanaf 2001 ontfermde Amerika zich over een 10.000-tal Lost Boys en gaf hen een nieuw leven via een groots opgezet integratieplan. Een studie uit 2005 wees uit dat 20% van de Lost Boys jonger dan 18 aan post-traumatisch stress syndroom leed. Omdat vele jongens ouder dan 18 jaar waren konden zij niet in pleeggezinnen opgevangen worden. Ze woonden samen in gedeelde appartementen om het familie-gevoel uit Kakuma te bewaren.
In de vluchtelingenkampen van Soedan werden de jongens aangemoedigd om hun verhalen te delen terwijl de meisjes eerder weggehouden werden van de camera’s. Praten over verkrachting was onacceptabel en maakte de meisjes te kwetsbaar. Daarom ligt zowel in literatuur als in cinema meestal de focus op de Lost Boys in plaats van de Lost Girls.
Hier is een korte engelstalige documentaire over de Lost Boys.
In 2003 contacteert Valentino Achak Deng de auteur Dave Eggers om zijn verhaal neer te schrijven. Het boek ‘wat is de wat’ wordt een bestseller en drie jaar later richt Valentino met de giften die hij krijgt, de Valentino Achak Deng foundation op, een vereniging waarmee hij scholen bouwt en educatie voorziet in Zuid-Soedan.
Valentino trekt nog steeds de wereld rond om zijn verhaal te brengen. Meer daarover in het blokje Valentino Achak Deng.
De Lost Boys nu.
Filmmaker Lieven Corthouts leefde 5 jaar tussen de bewoners van Kakuma en maakte er een aangrijpende documentaire over.
meer info over dit project kan je hier vinden.