Ben jij het verleden?

Je draagt een erfenis in je. Met dingen die typisch zijn voor je familie of gezin.

En je draagt ook een maatschappelijke erfenis mee. Er is de klimaatcrisis, de coronacrisis, sociale ongelijkheid …

Heb je het gevoel dat je daar iets in kan betekenen om de samenleving te veranderen? 

2500 jaar geleden werden dezelfde vragen ook gesteld: Kan één iemand de samenleving veranderen? Kun je de samenleving een andere richting uitsturen op een moment dat je het gevoel hebt dat het niet zo goed gaat met de wereld? En doe je dat dan alleen als jongere of kan je hulp vragen van buitenaf? Wie zijn de goden vandaag de dag die je daarbij kunnen helpen?

Wat is jouw strijd?

‘Het is aan de jongere generatie om recht te zetten wat in het verleden fout is gebeurd. We moeten onze stem laten horen.’– Louis, 17 jaar

Jullie zijn de leiders van morgen. Elke generatie heeft de mogelijkheid om komaf te maken met intergenerationele ongelijkheid. 

Wat wil je anders doen dan je ouders?

Wat wil je meegeven aan de volgende generatie?

Hoe wil jij herinnerd worden?

Kruip in de huid van Orestes. Maak een speech gericht aan je volk, aan de mensen die in jou geloven, aan de mensen die geloven in morgen. 

Hou je zinnen kort en krachtig.

Hier is een klein stuk uit de eindspeech van Orestes ter inspiratie. 

De beklaagde Orestes spreekt

Volk van Athene,
Dit is nu.
We kunnen niets herhalen, de tijd is al weg.
Hij is onherhaalbaar.
Elk ogenblik is historisch.
Elk ogenblik van jullie is een historisch moment.
We kunnen onze woorden geen tweemaal zeggen
We kunnen niet nog een keer hetzelfde doen.
We kunnen niet nog een keer dezelfde gebaren herhalen.
De tijd is onherhaalbaar.
Hier bestaat alleen de échte tijd.
Hier bestaat alleen de tijd die we,
Wij en jullie,
Aan den lijven ondervinden.
De tijd is geen touw.
Dit is geen reconstructie.
Het verleden wordt niet weer opgeroepen.
Dit is jullie moment.

Speech now!

• Zet je per twee. Gebruik de speech van Orestes of je eigen speech. 
• Maak van je duo één persoon.
  Beslis wie welke rol krijgt: de stem of de handen?
• De persoon die ‘de stem’ speelt, leest de speech voor. De persoon die ‘de handen’ speelt, zorgt voor de gebaren. Tip: Dezelfde kleur van kleren helpt
• Tijd om te experimenteren: met welke zin start en eindig je je speech?  Hoe zet je ‘je handen’ in? ‘De stem’ start met het lezen van je speech, ‘de handen’ verzinnen op het moment zelf de juiste gebaren.
• Oefen samen het stukje speech opnieuw in . Voor wie ‘de stem’ speelt is het leuk om te variëren in intonatie (denk aan: het gebruiken van klemtonen, pauzes inlassen, zacht & hard, met of zonder accent) Hoe en wanneer kijk je je publiek aan? 
  Tip: Maak het maar lekker dramatisch en grotesk!
• Toon de verschillende speeches aan elkaar. Welke stem-hand-combinaties doen wonderen?