Synchroon / Kijk en oordeel (niet)
“Het is bijna onmogelijk om niet te worden wie de anderen denken dat je bent” -G.G. Marquez
In de voorstelling Synchroon zie je drie dansers op een loopband.
Hun bewegingen zijn gebaseerd op alledaagse handelingen zoals wandelen, struikelen, de weg wijzen, knikken, geeuwen, een vlieg wegslaan …
De dansers van Synchroon lieten zich inspireren door het dagdagelijkse leven en hoe mensen zich gedragen in de openbare ruimte.
Tijdens het repetitieproces trokken ze naar verschillende plekken in de stad om er mensen te observeren.
Hier zie je een fragment uit de voorstelling:
Sociaal experiment
‘Synchroon‘ betekent ‘gelijktijdig’ of ’tegelijkertijd’. De voorstelling onderzoekt hoe eenzelfde handeling heel verschillende betekenissen kan oproepen, afhankelijk van wie ze uitvoert. Een handeling kan ’tegelijkertijd’ onschuldig zijn of verdacht, goed of slecht, grappig of droevig …
Het filmpje hieronder toont een sociaal experiment, enkele jaren geleden uitgevoerd in een park in Nederland.
Drie jongens proberen bij klaarlichte dag en onder het oog van voorbijgangers een fiets te stelen.
Wie probeert hen tegen te houden? Welke fietsendief wordt geholpen en wie riskeert dat de politie erbij gehaald wordt?
Het stelen van de fiets krijgt een heel andere invulling naargelang wie het doet.
- Wat vind je van de reacties van de voorbijgangers?
- Hoe zou je zelf reageren als je dit ziet gebeuren?
- Hoe komt het dat je zo reageert? Probeer eens te achterhalen waarop je oordeel is gebaseerd. Je opvoeding? Je school? Je vrienden? Iets dat je zelf meegemaakt hebt?
- Wat vind je van deze uitspraken:
– een eerste indruk gaat nooit meer weg
– positieve discriminatie is even erg als negatieve discriminatie
– je kan niet altijd neutraal zijn
– oordelen gaat niet over anderen, maar over wie je zelf bent
Observeer
Stap 1: Ga even een wandeling maken of kijk door je raam.
Stap 2: Kies iemand uit die je wil observeren. De buurvrouw, de postbode, iemand die ook een wandelingetje maakt of aan het sporten is …
Stap 3: Observeer deze persoon aandachtig:
– Hoe beweegt hij? Gaat hij snel of traag? Wandelt hij met een kromme of rechte rug? Houdt hij zijn schouders hoog of laag?
– Welke handelingen vallen op? Friemelt hij met zijn handen? Krabt hij in zijn haar? Trekt hij zijn kleding goed? Gebruikt hij veel of weinig handgebaren als hij praat?
– Hoe kijkt hij? Kijkt hij naar de grond of voor zich uit? Staart hij? Kijkt hij je aan?
Stap 4: Bekijk de lijst met eigenschappen. Omcirkel de eigenschappen die volgens jou passen bij de persoon die je observeert.
Kijk en oordeel
Kijken en meteen oordelen, dat doen wij allemaal. Je hebt de persoon die je net observeerde niet eens gesproken en toch heb je er meteen een mening over. Soms blijkt die te kloppen, maar vaak ook helemaal niet.
- Bekijk hieronder het fragment uit de voorstelling.
- Luister naar de vragen die gesteld worden.
- Probeer heel snel in je hoofd een antwoord te formuleren.
Had jij ze juist?
