King Lear.spot

Taalgevoelig

Begrijpt gij de taal van Shakespeare?!

De taal van Shakespeare wordt wel eens tijdloos genoemd. Hij kon zo met woorden goochelen dat veel begrippen en uitdrukkingen sindsdien in het Engels zijn blijven plakken. Wel 2000 nieuwe woorden worden persoonlijk aan hem toegeschreven. Geen kleine prestatie voor iemand die maar tot z’n 14 jaar naar school is geweest.

Wie Shakespeare vandaag leest, botst snel op een aantal merkwaardigheden. Zijn bewoordingen zijn lang en poëtisch en bovendien in versmaten geschreven. Dat laatste zorgde voor een bepaalde cadans die de acteurs ook moest helpen om de ellenlange teksten te onthouden.

Simon De Vos heeft wekenlang gewerkt aan zijn eigen bewerking van King Lear. Hij gebruikte daarvoor verschillende Nederlandse vertalingen die hij omzette naar een meer hedendaagse taal. De verkorte zinnen zitten niet langer in strikte versmaten, maar hebben wel nog steeds een bepaald ritme en poëtische kwaliteit die goed moet klinken op een podium. Geen gewone spreektaal dus. De stijl van De Vos kenmerkt zich verder duidelijk door een Vlaamse tongval, waarmee ook de Nederlandse acteurs aan de slag moesten gaan.

Hieronder vind je de slotmonoloog van King Lear om de veranderingen duidelijk te maken.

Welke verschillen vallen jou het meest op?

Is de tekst er meer verstaanbaar op geworden?

Probeer elke versie eens luidop voor te dragen. Welke taal loopt voor jou het gemakkelijkst?

 

FRAGMENT uit King Lear

Simon De Vos
Hugo Claus
William Shakespeare
Ween, ween, ween!
Wat zijn jullie hard als steen.
Ze is weg. Voor altijd.
Ze is dood.
Ik weet wanneer iemand leeft. Zij niet.
Dood als aarde.
Huil, huil, huil!
O, jullie zijn mannen van steen.
Had ik uw tongen, uw ogen, ik zou huilen tot het gewelf van de hemel spleet.
Zij is weg, voor altijd. Ik weet of iemand dood is, en of iemand leeft.
Zij is dood als aarde.
Geef mij een spiegel. Als haar adem het glas bewasemt of bedompt, wel, dan leeft zij.
Howl, howl, howl, howl! Oh, you are men of stones.
Had I your tongues and eyes, I’d use them so
That heaven’s vault should crack. She’s gone forever.
I know when one is dead and when one lives.
She’s dead as earth. Lend me a looking-glass.
If that her breath will mist or stain the stone,
Why then, she lives.
Kijk, mijn mouw beweegt.
Ik voel de warmte. Ze leeft. Ze leeft.
[…] Dit veertje beweegt, zij leeft!
O, als het waar is maakt dit alle ellende goed die ik ooit geleden heb.
[…] This feather stirs. She lives. If it be so, It is a chance which does redeem all sorrows
That ever I have felt.
(tegen de doden)
Verraders, moordenaars, allemaal.
(tegen haar)
Wat zegt ge? Zei ge iets? Ge zei iets.
Zeg het nog eens,
zeg het nog één keer.
[…] De pest over jullie, moordenaars, verraders allemaal!
Ik had haar kunnen redden.
Nu is zij voor altijd weg!
Cordelia, Cordelia,
blijf nog wat.
Ha! Wat zeg je?
Haar stem was altijd zacht, lief, stil, een voortreffelijk iets bij vrouwen.
[…] A plague upon you, murderers, traitors all!
I might have saved her.
Now she’s gone for ever.—
Cordelia, Cordelia,
stay a little.
Ha? What is ’t thou say’st?
—Her voice was ever soft,
Gentle and low, an excellent thing in woman.
Ik krijg geen adem meer.
Kan iemand mij helpen?
Mijn knoop los te maken?
Ha! Ziet ge? Ziet ge?
Haar lippen bewegen.
Ik zie haar lippen bewegen.
Ziet ge hoe haar lippen bewegen?
[…] Nee, nee, geen leven.
Waarom zou een hond, een paard, een rat mogen leven als jij helemaal geen adem hebt?
Je komt niet weer, nooit, nooit, nooit, nooit, nooit!
Alsjeblieft,
maak deze knoop los.
Dank u, meneer. Zie je dit?
Kijk naar haar, kijk, haar lippen.
Kijk hier, kijk hier.
[…] No, no, no life?
Why should a dog, a horse, a rat have life, And thou no breath at all?
Oh, thou’lt come no more,
Never, never, never, never, never.—
Pray you, undo this button.
Thank you, sir. Do you see this?
Look on her. Look, her lips.
Look there, look there.
O, O, O, O.