De dingen
Benjamin Verdonck en Lucas Van Haesbroeck houden ervan om de dingen op de voorgrond te zetten en de mens een stapje achteruit te laten nemen. Ze willen de dingen ruimte geven om zelf op het podium te spelen.
In EEN GROT VOL SLIJM MET EEN RIETJE zijn de oude decorstukken de dingen. Ze zijn vanonder het stof gehaald en staan nu op de voorgrond in plaats van op de achtergrond.
Wat gebeurt er als de mens net vertrokken is? Wat beleven de dingen als de mens er niet is?
Wat ontdekken zij allemaal in werelden die de mens nog niet kent of waar de mens nog nooit geweest is?
Wat als de dingen een stem krijgen?
Kan jij herkennen wat voor dingen we hier ingezoomd zien?
Wat zouden de dingen ons kunnen vertellen als ze konden praten?
STAP 1 : Verzamel een aantal dingen.
Dingen die zo ver in de kast zitten dat ze nooit licht zien.
Dingen die in de vuilbak thuishoren.
Dingen die al een tijdje in de bak van de verloren voorwerpen liggen.
Dingen waar niet meer mee gespeeld wordt.
Dingen waarvan je niet weet waar ze voor dienen.
STAP 2 : Kies 1 van de dingen.
STAP 3 : Schrijf zoveel mogelijk kenmerken van het ding op.
STAP 4 : Schrijf op waar het ding zich meestal bevindt, wat ziet het?
STAP 5 : Schrijf op hoe het ding zich voelt.
STAP 6 : Vervang de naam van het ding door IK.
Voorbeeld van een glas
Ik ben van glas,
open,
maar op dit moment leeg
en een beetje koud.
Meestal leun ik ergens op,
gevuld
tussen de mensen.
Soms wacht ik
in het donker.
Wanneer ik op
mijn zwaarste ben
word ik opgetild,
de lucht in,
omarmd
met beide handen.
Het parlement van de dingen.
Foto: Parlement van de dingen van Building Conversations en theater Artemis.
De dingen kunnen niet praten. Toch wordt er veel over hen gezegd. Door ons. Door de mensen dus. Maar wat vinden de dingen eigenlijk zelf?
STAP 1 : Leg een aantal dingen op een tafel.
STAP 2 : Laat iedereen één ding uitkiezen.
STAP 3 : Maak een kring van stoelen.
STAP 4 : Leg op elke stoel één ding.
STAP 5 : Verlaat de ruimte.
STAP 6 : Leg uit. Als we de kamer opnieuw betreden, zetten we ons op de stoel met het ding in onze handen. Vanaf dat moment spreek je enkel vanuit het ding dat je in je handen hebt.
STAP 7 : Vanaf nu kan het parlement van de dingen beginnen.
Hiervoor enkele vragen om het gesprek op te starten:
Hoe kunnen de dingen/jullie elkaar begroeten?
Is er een ding in de kring waar je op lijkt?
Is er een ding in de kring waar je helemaal niet op lijkt?
Waarom ben je gemaakt?
Hoe ziet een dag eruit?
Wat voor bewegingen maak je?
Wat zou je nog meer kunnen zijn?
Wat zie je?
Wat zijn je dromen?
…
Hoe kunnen de dingen elkaar bedanken voor het gesprek?
Zie ook “het parlement der dingen” van Bruno Latour of meer informatie over “het parlement van de dingen” van Building Conversations.